Corona heeft ons een tijdje in de greep gehad. Voor sommigen onder ons is het leven stevig overhoop gehaald. Gelukkig zijn er nog een paar zekerheden in het leven. De internationale tentoonstelling in Sainte -Marie-Aux-Mines is daar gelukkig eentje van.
Het bestuur van de Belgische Quiltvereniging heeft immers weer zijn uiterste best gedaan om een groepsbezoek aan deze tentoonstelling mogelijk te maken. Zonder afbreuk te doen aan de organisatie van voorgaande jaren was de reis, het hotel, het avondeten,… goed geregeld. Het was een nieuw hotel, nieuwe reisfirma, andere chauffeur, andere opstapplaatsen. Enkele verbeterpuntjes en suggesties werden gemeld en in dank aanvaard. Dat belooft voor volgend jaar. Zeker een grote dank aan Marleen Vanderschueren, onze reisleidster, voor het vele en voorbereidende werk.
Bon. Het programma van de tentoonstelling stond dit jaar in het teken van Spanje en de Spaans sprekende regio’s, verspreid over de wereld. Er waren dan ook 14 verschillende exposities in het teken van deze landen: Chili, Argentinië, Mexico, Guatemala en uiteraard Spanje, gekenmerkt door kleur, kleur en nog eens kleur.
Er was deze keer ook een zeer goede mix van traditionele werken, moderne werken en andere textielkunsten. Wie kent niet het sprookje van Repelsteeltje die van stro goud kon spinnen? Wel hier konden we textiele werken bewonderen waarin met goudkleurig, blinkend stro werd geborduurd. Of er werden accenten aangebracht waarbij het gouden borduursel licht geeft aan het matte textiel. Een zeer bijzondere toepassing.
België werd fijn vertegenwoordigd op 2 locaties. Hier was de traditionele patch- en quiltster zeker gecharmeerd. We zagen Kristel Salgarollo in de Villa Burrus met een retrospectieve van oudere en nieuwere quilts in allerlei thema’s. Een reisje door de villa bracht ons in verschillende kamers o.a. een Kerstkamer, een Rode kleur kamer, kinderkamer, kamer met bloemenquilts. Niet alleen muurquilts of bedbedekkingen maar ook allerlei andere toepassingen konden ons inspireren. Gezelligheid troef.
In Rombach had Blanche Vandebroek een hele kerk voor haar alleen om haar werken van de afgelopen 30 jaar te tonen. Ik weet zeker dat ze maar een fractie heeft meegebracht van de stukken in haar bezit. Zelfs met heel typische en traditionele vormen en kleuren heeft zij toch een eigen stijl ontwikkeld. Op en top een dame die graag anderen bijstaat met raad en daad. Een fijn gesprek met haar bracht ons dan ook nog enkele tips en tricks op.
Terug naar de roots van het patchwork, dan mag je de Amish tentoonstelling niet missen. Er waren stukken te bezichtigen van de tweede helft 19de eeuw en eerste helft 20ste eeuw. Zelfs een echte Amish buggy van Pennsylvania konden we bewonderen op de binnenplaats aan de winkelstandjes.
Ook het vroeg Franse patchwork was de moeite waard. Textiele werken gemaakt door mensen die, wegens gebrek aan textiel, alles wat nog maar een beetje kon dienen, werkelijk alles gebruikten om noodzakelijke en dagdagelijkse gebruiksvoorwerpen te maken of te herstellen. Niks mocht worden weggegooid, alles hergebruikt. Op diezelfde locatie zagen we ook stukken, meer verfijnd qua ontwerp, stof, kleur en versiering. Het benadrukte pijnlijk het verschil tussen een begoede klasse en een armere bevolking maar met eenzelfde bezigheid en vaardigheden. We waren erg onder de indruk.
We maakten eveneens een reis rond de wereld met Catherine Legrand. Zij verzamelde voor ons in één tentoonstelling de typische werken van bepaalde volkeren verspreid over de verschillende werelddelen : o.a. kantha, mola, boro , hoofddeksels en laarzen, etnische kleding, gordijnen voor tenten, vloerkleden voor een yurt. Zeer indrukwekkend om te ontdekken dat we helemaal geen uitzondering zijn in deze wereld met onze passie en kunde.
Meer moderner van vorm was de uitwerking van Dante Alighieri ’s “La divinna comedia” een imaginaire reis door de 3 rijken van het hiernamaals: de hel, de louteringsberg en de hemel. (Dit literair werk werd in die tijd beschouwd als een hoogtepunt van de wereldliteratuur.) We hadden oprecht spijt dat we het verhaal van Dante niet beter kenden maar dankzij ‘mister Google’ konden we toch enkele fragmenten opsporen en die kennis vergelijken met de tentoongestelde quilts. De textiele stukken werden super goed uitgewerkt en zijn schitterend qua thema. Hopelijk kunnen we deze opstelling ooit nog eens bezoeken zodat we meer voorbereid kunnen gaan kijken.
Dan was er ook nog de wedstrijd ‘Once upon a thread’. Pas op zaterdagnamiddag wisten we wie de winnaars waren. De variatie in technieken, materialen en kleuren was verassend en de thema’s vaak herkenbaar door de verhalen uit onze eigen kindertijd .
In tegenstelling tot sommige jaren waarin ik zij aan zij met slechts één vriendin Val d’Argent bezocht, ben ik dit jaar toevallig in een groepje van 5 personen beland. De ene al meer jaren ervaring op de teller, de andere dan weer meer thuis in techniek of kennis van andere zaken. Met ons heterogeen groepje hebben we van elkaar veel geleerd, veel besproken en getoond, elkaar getroost en verteld over ons en onze passies maar vooral veel gelachen en getoast op het leven. Het was een zeer warme en gezellige sfeer met veel sympathie voor elkaar zodat het kille weer ons niet kon deren. We spraken af om elkaar straks zeker terug te zien, in Edingen en graag ook in Blankenberge volgend voorjaar.
Na corona was dit exact wat we nodig hadden: Pluk de dag, geniet met volle goesting en wees vooral !!! KALM !!! als het al eens tegenzit. Tot volgend jaar. U komt toch ook?
Gaby Verhaegen